Hoe oud een chinchilla wordt hangt af van verschillende factoren. Zo is er een aanzienlijk verschil in de gemiddelde levensduur tussen chinchilla’s in het wild en chinchilla’s die in gevangenschap leven. Want waar de meeste chinchilla’s in het wild zo’n 8 tot 10 jaar oud worden, leven chinchilla’s in gevangenschap vaak wel 15 tot 20 jaar. De oudst geregistreerde chinchilla is maar liefst 25 jaar oud geworden. Dit is echter zeer uitzonderlijk, maar ook andere huisdieren zoals katten, konijnen en honden bereiken immers weleens een extreem hoge leeftijd.

Tijd voor een verjaardagstaart

Of jouw chinchilla de respectabele leeftijd van 25 jaar gaat bereiken is natuurlijk even afwachten, maar de kans dat je zo’n 15 tot 20 keer een taart bij jeeigentaart.nl kunt bestellen met daarop een foto van je jarige chinchilla is toch wel erg groot.

De reden voor het grote verschil in levensverwachting tussen chinchilla’s in het wild en die in gevangenschap laat zich misschien wel raden, want in het wild lopen de dieren natuurlijk veel meer risico dan hun soortgenoten in gevangenschap. In het wild leven chinchilla’s in kolonies: het zijn echte groepsdieren. Hoewel het leven in kolonies een groot aantal voordelen kent, brengt het absoluut ook risico’s met zich mee. Denk maar eens aan het besmettingsgevaar van bepaalde ziektes, waardoor een hechte groep chinchilla’s binnen een kort tijdsbestek het loodje kunnen leggen. De kans dat een chinchilla in gevangenschap een dergelijke ziekte oploopt is echter miniem, en mocht je chinchilla onverhoopt ziek worden, dan kun je immers altijd medische hulp inschakelen. Dit verhoogt de gemiddelde leeftijd van chinchilla’s in gevangenschap aanzienlijk.

Nestvlieders

Chinchilla’s werpen zowel in het wild als in gevangenschap gemiddeld ongeveer 1 tot 3 jongen per nest. In tegenstelling tot andere knaagdieren – zoals konijnen, waarbij een nest in extreme gevallen soms wel 10 jongen kan bevatten – is dat aantal niet heel groot. Bovendien behoren chinchilla’s tot de zogenoemde nestvlieders. Dat zijn dieren die reeds snel na de geboorte voldoende zelfredzaam zijn, zodat ze al vroeg het nest kunnen verlaten. Ze zijn al gauw in staat om op eigen kracht de ouders te volgen en brengen dus veel minder tijd door in het ouderlijk nest – of hol – dan de ‘nestblijvende’ diersoorten. Ook deze omstandigheid brengt de nodige risico’s met zich mee, want hoe zelfredzaam een jonge chinchilla ook mag zijn, ze zijn door het ontbreken van ervaring een gemakkelijke prooi voor roofdieren zoals de Andes Condor.

galore