Grote hoogte
Doordat het leefgebied van de chinchilla (het Andesgebergte in Zuid-Amerika) een grote variatie in hoogte met zich meebracht, is dit van grote invloed geweest op het ontstaan van de drie verschillende types chinchilla’s. De hoogtes varieerden namelijk van zeespiegel niveau tot wel 4500 meter hoog.
Costina
De eerste en tevens kleinste chinchilla soort is de Costina. Deze kon men vinden op zeeniveau. Naast het kleine formaat in lengte is deze soort tevens de smalste van de drie types.
Met zijn spitse neusje en lange smalle oortjes is deze soort gemakkelijk te onderscheiden. Daarnaast heeft de Costina een opvallende blauwachtige vacht met weinig tot geen volume.
In de leefomgeving van deze soort was voldoende water te vinden om te drinken en genoeg groene beplanting om als voedsel te voorzien. Het klimaat was er warm, wat mede heeft geleid tot de dunne, volume loze vacht.
Lanigera
De tweede en tevens bekendste chinchilla soort is de Lanigera. Levend op zo’n 3000 meter hoogte is de vacht van deze soort, ten opzichte van de Costina, wat langer, voller en minder blauw. Een vrij logisch gevolg van de wat zwaardere leefomstandigheden. De koude nachten en vrij hete dagen vergen natuurlijk een ander soort pels. Verder is de Lanigera chinchilla wat ronder gebouwd en heeft wat kleinere oortjes.
Op deze hoogte in het Andesgebergte kon er soms wel jaren geen neerslag vallen. Om te hydrateren dronken de Lanigera chinchilla’s dan ook condens en cactus sap. Hun voornaamste bron van voedsel waren grassen, kruiden en bessen.
Brevicadata
De grootste chinchilla soort van allemaal is de Brevicadata. Deze soort leefde helemaal bovenin het Andesgebergte op zo’n 4500 meter hoogte.
De extreme kou heeft er toe geleid dat deze chinchilla soort kleine oortjes had, wat voorkwam dat ze zouden afvriezen. Het neusje van de Brevicadata is rond en de staart is kort.
De vacht was erg lang en vrij bruin van kleur. De leefomstandigheden welke dit gebied met zich meebracht was op zijn zachts gezegd streng en guur. Een dikke wintervacht was dus een logische vereiste voor deze wollige chinchilla soort.
Een groot verschil met de andere twee soorten is de draagtijd van de jongen van de Brevicadata. De draagtijd bedraagt maar liefst 128 dagen, tegenover de +/- 111 dagen van de andere twee chinchilla soorten.
Diverse kleuren
Door het onderling fokken van deze soorten door de eeuwen heen zijn er tegenwoordig diverse kleuren chinchilla’s. Zo zijn er nu zwarte, witte, bruine en grijze soorten te verkrijgen en het is zelfs mogelijk dat een chinchilla meerdere kleuren heeft.
Nog een bijzonder detail is tevens dat twee witte chinchilla’s niet met elkaar kunnen paren. Althans, dit zal niet leiden tot gezonde, levensvatbare nakomelingen. Dit geldt eveneens voor de velvet chinchilla’s.